Dalmar en Maud wonen samen in Lunapoort. Ze voelen zich als vreemden in een wereld, waarvan ze de regels vaak niet kunnen doorgronden. Ze zijn anders en lopen daardoor steeds weer tegen weerstanden op. Als twee aliens landen op de twaalfde Saturnusmaan, kiezen ze Dalmar en Maud uit als studieobjecten. Ze willen nagaan of de mensheid zich al voldoende heeft ontwikkeld, sinds de tijd van de grote piramides in Egypte. Hun vraag is of de aarde zich aan kan sluiten bij de spiraal van de Galaxis, waar zij onderdeel van zijn. Maud en Dalmar merken dat er tijdens hun slaap iets geks met hen gebeurt. Ze worden erg moe en het lijkt of de tijd niet meer synchroon loopt. Op hun werk komen ze voor vreemde verrassingen te staan. Als ze zichzelf tegenkomen in de supermarkt, besluiten ze om wakker te blijven. Dan ontdekken ze dat ze worden meegenomen naar Saturnus. Het lijkt erop dat hun levenslot, de astrologische Saturnus, hun vrije keuze wegneemt. Of dat de maan hen te gevoelig maakt om zich op aarde te handhaven. Ze moeten een manier vinden om zelf te beslissen hoe hun leven verdergaat.