Misschien de meest beruchte verdediger van het Nederlandse voetbal. Meedogenloos? Hard? Bloedfanatiek? Jazeker. In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw. De eerste helft.
Nu speelt John de Wolf (1962) de tweede helft. Hij is trotse grootvader, z’n rechterknie draait steeds lastiger mee, directe tegenstanders hoeven niet meer uitgeschakeld, maar fanatiek is hij nog steeds. Want die tweede helft is minstens zo belangrijk als de eerste.
In dit boek geeft John de belangrijkste lessen door die hij in zijn leven (voor, tijdens en na het voetballen) heeft opgedaan. Een gewone, nuchtere Schiedamse jongen in een ongewone wereld. De belangrijkste: als jij wat van de wereld verwacht, mag de wereld ook wat van jou verwachten. Pas je dus aan in wat het spel van je vraagt.
En zo geeft John nog tientallen originele, veelzijdige maar realistische adviezen die er tezamen voor zorgen dat de tweede helft een feest wordt. Fysiek, mentaal, sportieve en culinaire tips voor thuis.
'Toen mijn vader 50 werd, was dat voor mij heel oud. Maar de 50-plussers van nu zijn geen oude mensen meer. Ze zijn juist in de bloei van hun leven.'