Bijvoorbeeld, het is verboden te schrijven: “Grootmoeder lijkt op een heks”; wat ik wél mag schrijven: “De mensen noemen Grootmoeder de Heks.”
En als wij schrijven: “De ordonnans is aardig”, is dat geen waarheid, want de ordonnans kan in staat zijn tot gemeenheden waar wij niet van weten. Wij schrijven dus gewoon: “De ordonnans geeft ons dekens.”
Woorden die een gevoel aanduiden zijn heel vaag, het is beter het gebruik ervan te vermijden en zich te houden aan de beschrijvingen van de dingen, van de mensen en van zichzelf, dat wil zeggen aan de getrouwe beschrijving van de feiten.’
‘Kristófs schrijven treft doel als een verwonding.’ – La Quinzaine Littéraire
‘Een briljant eerbetoon aan de literatuur. Hoe lezen en schrijven – verheven tot vertelmagie – de mens rechtop houden. Hoe leeg en beproevend het leven ook kan zijn.’ – Aftonbladet
Ágota Kristóf (1935-2011) werd in 1935 geboren in Hongarije, dat ze in 1956 met haar gezin ontvluchtte. Ze kwam terecht in Neuchâtel, waar ze in een horlogefabriek werkte. Haar meesterwerk, de tweelingentrilogie, schreef ze in het Frans, de taal van haar ballingschap. Kristófs werk wordt in meer dan veertig talen uitgegeven en wordt gezien als een hoogtepunt van het Europese postmodernisme. Ze overleed in 2011.