De met de Booker Prize onderscheiden Paul Scott geeft in het vierdelige meesterwerk De parel in de kroon een prachtig beeld van Engelands laatste jaren van koloniaal bestuur over India, algemeen erkend als de beste koloniale literatuur van deze eeuw. Op briljante wijze beschrijft hij hierin de levens van Engelsen en Indiërs, die door de onafhankelijkheidsstrijd langzaamaan tegenover elkaar komen te staan. Daphne Manners werkt als vrijwilligster in een Brits hospitaal in Mayapore. Daphne ontmoet Hari, een Indiër, die in Engeland is opgevoed en na de dood van zijn vader naar India komt. Bij zijn terugkeer merkt Hari, dat hij zich niet thuisvoelt in India; in Engeland werd hij door de blanken geaccepteerd, maar hier behoort hij tot een lagere klasse. Politie-inspecteur Ronald Merrick vraagt Daphne ten huwelijk, maar zij wijst hem af. Er is vriendschap tussen Hari en Daphne ontstaan, een vriendschap waar in India een taboe op rust. Hari betreedt hiermee de verboden oever... Merrick waarschuwt Daphne voor de gevolgen, die zo'n vriendschap tussen twee rassen kan hebben. Bij een nachtelijke ontmoeting worden Daphne en Hari door vijf mannen overvallen waarbij Daphne verkracht wordt. Daphne bezweert Hari niet te vertellen, dat ze elkaar die avond hebben gezien. Maar Merrick heeft zo zijn ideeën over de gebeurtenis. Hij arresteert Hari...