In 1941 worden de in Nederland wonende joodse bankier Otto Lisetsky en zijn vrouw Lili door de nazi's afgevoerd en omgebracht. Hun beroemde schilderijencollectie wordt als 'Feindvermögen' geconfisqueerd en verdwijnt naar Duitsland. In 1947 overlijdt Han van Meegeren, de man die vlak na de oorlog werd ontmaskerd als de meestervervalser die voor vele miljoenen perfect nagemaakte Vermeers had verkocht aan hooggeplaatste nazi's. Meer dan vijftig jaar later overlijdt een gerespecteerde kunstkenner en vriend van privédetective Jager Havix. In zijn nalatenschap bevindt zich een onbekend gebleven vervalsing van Van Meegeren. Niet veel later wordt Havix benaderd door de erfgenamen van de Lisetsky's. Stap voor stap dringt Havix binnen in een kunstwereld waar nog steeds blijkt te worden gehandeld in roofkunst. Hij ontdekt dat een gerenommeerde Nederlandse kunsthandel de onderhandse verkoop van de Lisetsky-collectie voorbereidt. Dan wordt een rijke verzamelaar vermoord en pleegt een succesvolle beurshandelaar zelfmoord. Terwijl Havix met steeds grotere haast naar de anonieme verkoper van de Lisetsky-collectie zoekt, ontdekt hij schokkende feiten over de herkomst van de opgedoken vervalsing van Van Meegeren.