Victor van Gigch, sedert dertig jaar leraar aan het Laurens Coster Gymnasium te Haarlem, raakt ondanks verwoede pogingen om aan zichzelf het tegendeel te bewijzen in de ban van Quirina T., een zestienjarige leerlinge die de school verliet, maar van het afscheid nemen geen genoeg kan krijgen. In even verboden als verlokkelijke visioenen openbaart zich aan Van Gigch - die naast leraar Engels tevens schrijver is onder het pseudoniem L.H. Wiener - eenzelfde fatale aantrekkingskracht zoals Catharina van Nyenbeek, de moeder van een jeugdvriend te Zandvoort, die in het verre verleden op hem uitoefende. Zij was de heks die in het leven van Van Gigch de gedaante van de vrouw voor altijd zou bepalen. Is Quirina ook een heks, een gildezuster, na vijfenveertig jaar gestuurd om het karwei af te maken en Victor van Gigch definitief te vernietigen?