Mijnheer Dalem woont een bestuursvergadering bij. Om een of andere reden dwalen zijn gedachten steeds af. Hij keert naar zijn kantoor terug, maar ook daar blijft de onrust hem kwellen. Hij trekt de stad in, verlaat ze weer, komt aan de haven... ziet het grote huis dat ooit nog aan zijn grootvader behoorde maar tot een ziekenhuis werd omgevormd... wordt door de portier binnengeleid, vlucht weg en springt in het water.