Op een zomerochtend wordt politiechef Bruno Courrèges ruw gewekt door de sirene boven op het gemeentehuis van Saint-Denis, die de vrijwillige brandweer oproept. Bruno volgt de brandweer naar een grote loods die in lichterlaaie staat en bijgevolg een deel van het omliggende wijnveld in vlammen zet.
Enige tijd later wordt het dorp in de Périgord bezocht door een Californische wijnmaker met grootse plannen. Hij wil een enorme wijnfabriek in de vallei bouwen, wat een aardige opsteker zou zijn voor de plaatselijke economie.
Het plan zaait verdeeldheid onder de bewoners van Saint-Denis, waarbij de gemoederen hoog oplopen. Als een nieuwe brand volgt en wederom een deel van de wijngaarden in vlammen opgaat, neemt de dreiging van de tegenstanders serieuze vormen aan.