1933: Albert Einstein woont in De Haan in een kleine, halve villa. Hij gaat met zijn secretaris vaak werken in de rustige villa van Alfons Blomme en Blomme mag als dank zijn portret schilderen.
Juli 1967, 1968, 1969: Londersele is in De Haan te gast in het atelier van kunstschilder Alfons Blomme, die hem vertelt hoe zijn vriend Einstein ontsnapte aan een aanslag.
Augustus 2006: Londersele ontmoet in het Nederlandse plaatsje Domburg een Belgische man wiens vader een belangrijke rol speelde in het moordweb dat Einstein en Albert I moest vernietigen.
Het boek is gebaseerd op nauwkeurig feitenmateriaal en speelt tegen de achtergrond van één van de belangrijkste passages uit onze geschiedenis.
Maart 1933.
Aan boord van De Belgenland, op weg van Amerika naar Duitsland, verneemt Albert Einstein dat Hitler de macht heeft overgenomen en dat zijn bezittingen in beslag zijn genomen.
Einstein zet voet aan wal in Antwerpen en verklaart geen voet meer in Duitsland te zetten zolang de nazi?s aan de macht zijn. Zijn intieme vriendin Koningin Elisabeth en koning Albert I kiezen partij voor hem. Einstein gaat in De Haan wonen. De nazi?s willen de beroemdste Jood ter wereld en Albert I uit de weg ruimen. Dat door een Duitser laten doen is slechte propaganda. Ze zoeken Belgische medestanders die de klus willen klaren. De Joodse vluchteling David Weinberg krijgt lucht van het moordplan en zet zijn nieuwe toekomst op het spel.