Sammar heeft vier jaar geleden het lichaam van haar verongelukte echtgenoot teruggebracht naar Soedan. Ze heeft er ook haar zoontje Amir achtergelaten. Zelf is ze teruggereisd naar Schotland, waar ze een baan heeft aan de universiteit van Aberdeen. In het gure Schotland heeft ze heimwee naar de warmte, de geuren en kleuren van het land waar ze geboren is. Dan wordt ze verliefd op Rae, een hoogleraar Arabische politiek voor wie ze teksten vertaalt. Ze vraagt hem moslim te worden, zodat ze met hem zal kunnen trouwen.