De verzoeking speelt zich af binnen het tijdsbestek van één nacht, van zonsondergang tot zonsopkomst, ± 330 na Christus, in Egypte. Het boek kent geen traditionele intrige; wel is er een grote intrigant, de duivel, die de door vasten en versterving uitgeputte Antonius bestookt met een lange reeks van hallucinaties. Langs de weg van deze hallucinaties geeft de Boze een overzicht van de belangrijkste filosifieën en godsdiensten die de oudheid gekend heeft, tot opbloei van het christendom toe. Door de levendigheid van de snel verschietende beelden, opkomend uit het onderbewuste van Antonius, en door de theatrale opbouw van het boek, lijkt De verzoeking van de heilige Antonius soms op het scenario van een surrealistische film.
Met een nawoord van Hans van Pinxteren, waarin hij benadrukt dat Flaubert zijn eigen leven als schrijver projecteerde in de persoon van de door hersenschimmen en hallucinaties gekwelde heilige; het woestijnlandschap dat Antonius omgeeft, geldt als een metafoor voor de verlatenheid die de schrijver overvalt wanneer hij schrijft.
Gustave Flaubert (1821-1880) wordt door zijn grote zorg voor stijl alom gezien als een van de allergrootste schrijvers die Frankrijk heeft voortgebracht. Naast Madame Bovary schreef hij de eveneens klassiek geworden romans De leerschool der liefde, Salammbô en Bouvard en Pécuchet.