In de debuutroman van Jef Laureyns (Waarschoot, 1952) volgen we Paul op zijn tochten als veearts en in mijmeringen doorheen z’n jeugd. 'De Vierde Weg' katapulteert de lezer met een gemoedelijk taalgebruik moeiteloos naar een zacht, landelijk bestaan. Naar een boerenleven dat je bijna kunt horen, proeven, ruiken dankzij tjilpende mussen en briesende dekstieren, veelkleurige viooltjes en verse slagroomtaart. Naar het platteland dat bedwelmend mooi maar ook bikkelhard is, en de achtergrond vormt voor dit familieverhaal waarin de moeizame band tussen vader en zoon door alle pagina’s sluimert.
‘Jef Laureyns schrijft met minzame pen over mens en dier in een omgeving die eerst voorgoed verloren leek, maar misschien overeind blijft: de boer, de boerin, de koe, het kleine erf. En de dierenarts daar ergens middenin. Dimitri Verhulst zal dit graag lezen.’ - Chris Dusauchoit