Wat moet het kleine driftige doktertje, het geleerde heertje dat zoekt en denkt en in boeken neust, wat moet die dokter Kroch ineens met een kist vol goud? En wat betekent die vreemde, half onleesbare brief die samen met de goudkist bij de dokter wordt bezorgd? Een brief met een smeekbede om hulp, van een patiënt die lijdt aan... goudkoorts.
De dokter smijt de brief weg en laat zijn knecht Valet de kist met goud in een hoek van zijn spreekkamer zetten. Maar de struikrovers Oenk en Boenk zijn wel geïnteresseerd in de kist. Dat merkt de dokter als het goud uit de kist wordt geroofd. Dan komt de dokter er eindelijk achter dat er iets bijzonders met het goud aan de hand moet zijn, iets zó bijzonders dat hij besluit op de vreemde brief in te gaan en een tocht te ondernemen naar de patiënt met goudkoorts: de Hertog van Woestewolf.
Wie is de Hertog van Woestewolf? Bestaat hij echt of is hij een legende? Woont hij op een kasteel of in de honderden jaren oude ruïne, ergens boven op een rots, waarover spookverhalen de ronde doen?