Een jongetje van tien is getuige van de commotie rond de geboorte van zijn zusje; een zestienjarige jongen blowt zich een psychose in; een vijftigjarige man wordt verantwoordelijk voor het levenseinde van een verre neef. De mannelijke ik-figuur in 'De volcontinu' duikt weliswaar op in verschillende levensfasen, maar is steeds een buitenstaander wiens gevoelswereld en wijze van observeren verwant zijn aan die van de naamloze verteller uit Zondagsgeld, Retour Palermo en Het geschenk - boeken die vooral spelen in de kinderjaren en vroege volwassenheid.
In 'De volcontinu' staan steeds ervaringen centraal die onuitwisbare sporen nalaten in de persoonlijkheid van deze ik. Philip Snijder excelleert ook hier in geestig-pijnlijke en scherpe momentopnames van een leven aan de zijlijn.