Een Mongoolse aanbidder doet haar een paard cadeau. Een man organiseert een popconcert om voor zijn doodzieke zoon de nier van een ter dood veroordeelde Chinees te kunnen kopen. En in de grauwe hoofdstad Ulaanbaatar houden straatkinderen zich als ratten onder de grond schuil. Twee jaar woonde Jannie Regnerus in Mongolië. In dit boek vertelt zij over haar wonderlijke belevenissen en ontmoetingen, maar ook over het gastvrije onthaal dat haar bij iedere nomadenfamilie ten deel valt. En over haar vriendschap met Gerelee, die met haar door zijn land trekt en haar alles vertelt wat ze wil weten over zijn wereld.