Op zoek naar de verloren tijd is een van de grootste triomfen van de wereldliteratuur. In deze romancyclus wordt de lezer door het zintuiglijke proza van Marcel Proust gevangen in een web van subtiliteiten, onvergetelijke personages, verfijnde ironie, glasheldere zinnen en messcherpe observaties.
In De gevangene en De voortvluchtige, het vijfde en zesde deel van de cyclus, staat de relatie tussen Marcel en Albertine centraal. Albertine is weliswaar uit vrije wil bij Marcel ingetrokken, maar wordt binnen de kortste keren een ‘gevangene’: ze mag buitenshuis vrijwel enkel gaan en staan waar het hem goeddunkt. Marcel wordt verteerd door jaloezie, en cultiveert zijn twijfels en achterdocht. Dan breekt de rampzalige ochtend aan waarop Marcel verteld wordt dat Albertine haar koffers gepakt heeft en met onbekende bestemming vertrokken is.