Een vrouw verliest onverwacht haar beste vriend en literaire mentor, en wordt bovendien opgezadeld met diens hond, die ze eigenlijk niet kan en wettelijk niet mag huisvesten in haar krap bemeten appartement in New York. Haar rouwproces om de vriend wordt intenser door het stille lijden van het dier, een enorme Deense dog die niets begrijpt van de plotselinge verdwijning van zijn baas. De omgeving van de vrouw maakt zich zorgen dat ze slachtoffer is geworden van een soort magisch denken, want ze weigert gescheiden te worden van de hond. Geïsoleerd van de rest van de wereld en geobsedeerd door de zorg voor het dier en het ontraadselen van zijn wezen, lijkt ze haar verstand te verliezen. De vriend is een weemoedige meditatie over verlies, eenzaamheid, vriendschap en de relatie tussen mens en hond. Haar vele geweldige overpeinzingen en observaties over schrijvers en het wezen van schrijver-zijn en literatuur maken het bovendien tot een buitengewoon rijk, stimulerend boek.