zestiende eeuw. Bertrande kent hem pas twee dagen, maar ze weet dat ze voor de rest van haar leven ‘de vrouw van Martin Guerre’ zal zijn. Haar nieuwe leven op het landgoed van haar schoonfamilie biedt rust en zekerheid, en Bertrande en Martin groeien naar elkaar toe. Toch leert ze ook al snel de dominante en agressieve kant van haar man en zijn vader kennen. Dan deelt Martin plots mee dat ‘hij een tijdje weg moet’.
Acht jaren gaan voorbij, totdat Martin eindelijk terugkeert en hij de oude orde op het landgoed herstelt. Maar hoe weet Bertrande zeker dat deze man wel dezelfde is als die haar acht jaar geleden verliet? Hij is sympathiek, rustig, goed voor zijn familie en werknemers, en lijkt in niets meer op het heethoofd dat hij was. Wat heeft hem zo veranderd? En als de man inderdaad niet Martin is, dan wordt ze voorgelogen, maar doet dat af aan het geluk dat ze heeft gevonden?
Als de echte Martin Guerre uiteindelijk ook terugkeert, begint er een proces tegen zijn dubbelganger. Bertrande staat voor een duivels dilemma: ze kan kiezen voor eerlijkheid,
maar het liefst zou ze haar gezin verdedigen, en kiezen voorde dubbelganger – op straffe van de hel.