hem bij zijn geboorte al meteen tot vijand van het volk. In 1968 ging het IJzeren Gordijn tijdens de Praagse lente
heel even op een kier. De negentienjarige Martin Simek vluchtte. Het was een vlucht naar voren, naar de zo fel
begeerde vrijheid. Bijna door toeval kwam hij in Nederland terecht. De kersverse vluchteling vroeg zich al snel
af waarom de mensen hier de vrijheid niet is aan te zien. Kinderlijk blij als hij was met alles, voelde hij zich soms een
stralende idioot te midden van zijn nieuwe landgenoten.