Alles wat voorbij is - deel I
'Een Joods kind, sensitief en begaafd, dat opgroeit in Midden-Europa in de tijd van de Eerste Wereldoorlog – wie zou dat beter stem kunnen geven dan Manès Sperber zelf? De waterdragers van God is de gedroomde opening van zijn autobiografische trilogie.'
Douwe Draaisma
In De waterdragers van God blikt Manès Sperber terug op zijn jeugdjaren in Zablotow, een stadje in het huidige Oekraïne dat voor de Eerste Wereldoorlog behoorde tot het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk en werd bevolkt door Joden, Roethenen en Polen. In een meeslepende, bloemrijke stijl neemt de schrijver de lezer mee naar een wereld die voorgoed voorbij is, die willens en wetens is vernietigd, 'vermoord'. Intense herinneringen aan eerste indrukken tijdens Sperbers jeugdjaren worden afgewisseld met bespiegelingen op de werking van het geheugen.
Manès Sperber (1905-1984) was een Duitstalige Joodse schrijver en psycholoog. In zijn autobiografische trilogie Alles wat voorbij is verhaalt hij over zijn buitengewoon boeiende leven. De waterdragers van God is het eerste deel van die trilogie en is uitstekend als een op zichzelf staand boek te lezen.