Tijdens de barre winter van 1642 zijn in New York de zee en de rivier bevroren. Geen schip kan in of uit. Wachtende op de dooi treurt Grietje Reyniers , de eerste hoer van Nieuw Amsterdam naast het bevroren lijk van haar echtgenoot Anthony. Er wordt haar rust noch rouw gegund: men aast op haar geld en goed, verdenkt haar van moord op haar man en zadelt haar op met het zachtmoedige kind Pieter dat uit het niets kwam aanlopen. Hij vraagt haar naar haar verleden: haar jeugd in Amsterdam, de dochter die ze achterliet, haar liefde voor Anthony en de angst voor de waterkelder....