E
euwenlang zag Europa zichzelf als het hoogtepunt van beschaving. Maar dat zelfvertrouwen wankelt vandaag. De westerse idealen individuele vrijheid, geloof in de suprematie van de rede en de zegeningen van de wetenschap zijn niet langer vanzelfsprekend. Voor velen leiden ze zelfs rechtstreeks tot de problemen waar het Westen een patent op lijkt te hebben: verzuring, doorgeslagen materialisme en consumentisme, depressie en vereenzaming. Hoe aantrekkelijk is het oude continent nog? Kunnen de westerse idealen met hun verlokkelijke belofte van voorspoed en geluk nog overtuigen?
Op zoek naar een antwoord maakte Jan Leyers een lange reis.
In het spoor van onze verre voorouders trekt hij van Ethiopië, het land waar het menselijke avontuur begon, naar de plek in Europa waar hij vandaag woont. De route loopt door Soedan en Egypte, Israël en Turkije. Langs de eigenzinnige Kaukasusrepublieken Armenië en Georgië trekt Leyers door Rusland en Oekraïne, om via Polen het Avondland te bereiken.
de weg naar het avondland is een tocht door woestijnen en miljoenensteden, door arme en rijke landen, door democratieën en dictaturen. Jan Leyers komt erachter hoe mensen langs de route naar hun verre neven uit het Westen kijken, waar ze het Westen om benijden en welke westerse verworvenheden ze liever aan zich voorbij zien gaan. Tegelijk gaat hij op zoek naar wat wij zelf zijn kwijtgespeeld op onze lange weg naar het Avondland.