de Wegpiraat was een beest.
Hij roofde wat er te roven viel,
zijn leven was één groot feest.
Hij reed op zijn paard door de prairie,
heel hard: kataklop, kataklop...
Hij brulde: ‘Je brood of je leven, vlug!’
En dan at hij het allemaal op.
De wegpiraat jat van alles van iedereen – de noten van de eekhoorn, de melk van de kat – hij jat zelfs het hooi van zijn eigen paard! Hij is de gemeenste en slechtste piraat die je onderweg kunt tegenkomen. Maar niet meer voor lang! Een eendje, dat niet al te snugger lijkt (maar het wel is), is de wegpiraat uiteindelijk te slim af en dwingt hem letterlijk op zijn knieën.