In De wenteltrap vertelt Karen Armstrong hoe ze in 1969, na zeven jaar, het klooster verlaat om in Oxford te studeren. Ze voelt zich als Doornroosje die na een lange sluimer in een vreemde, beangstigende wereld terechtkomt. In Londen volgen de jaren waarin ze haar gebrek aan ervaring inhaalt. Ze heeft relaties, loopt feesten af en maakt vrienden. Uiteindelijk vertrekt ze in 1982 als journaliste naar Jeruzalem. Daar verbreedt ze haar horizon, komt ze in contact met andere culturen en gaat ze zich verdiepen in de islam. Karen Armstrong wisselt in De wenteltrap haar persoonlijke herinneringen af met beschouwende stukken over het falen van de kerk, bidden, het wezen van het geloof, eenzaamheid en spiritualiteit. Rode draad is de zoektocht naar haar eigen, persoonlijke en integere manier van geloven. De wenteltrap is daarvan het openhartige, fascinerende en verhelderende verslag.