Zeven wijzen uit alle continenten ontmoeten elkaar in Toulanka, een afgelegen klooster in de Tibetaanse bergen. Ze hebben, zonder dat ze weet hebben van elkaar, de boodschap doorgekregen dat ze naar Tibet moeten afreizen. Een van de wijzen is een Nederlandse filosofe, die haar dertienjarige dochter heeft meegenomen. Het meisje ontmoet er een twaalfjarige lama, die diepe indruk op haar maakt.
Elke wijze krijgt een droom dat de wereld aan de vooravond van een diepe crisis staat. Daarop besluiten ze samen zeven universele 'wijsheidssleutels' te formuleren en aan de jonge lama en het Nederlandse meisje door te geven. Zij putten daarvoor uit hun eigen ervaringen en tradities. Zo geven ze een stem aan de 'wereldziel': een welwillende kracht die over de harmonie van het universum waakt.