Ik wist niet dat we met woorden geesten opriepen.
In De Wet van Moenk volgen we twee mensen. De ik-figuur uit de roman is op zoek naar wat er misging in zijn leven. De ander is Moenk, een jonge, veelbelovende fotograaf. Hij is onderweg naar zijn moeder, die stervende is. Zij is een succesvol schrijfster, wier laatste boek tot veel ophef heeft geleid. Als de verhalen uiteindelijk bij elkaar komen, blijkt dat de personages langs verschillende wegen toenadering tot elkaar hebben gezocht. De Wet van Moenk is een ingenieuze vertelling over een vader-zoon relatie. De spanning die de tekst oproept, houdt je als lezer vanaf de eerste bladzijde in de ban.
'De ziel', zei uw moeder, 'de ziel is maar een vonk, een vonk die aan en uit springt, hoe kun je daarvan verwachten dat hij onsterfelijk is?' 'Een vonk?' had de dokter gezegd. Ze had naar hem gekeken met een geamuseerde blik. 'Wat overblijft van de mens is niet de ziel, maar de stem, een manier van spreken.