Met de koop van Plantage Frederiksdorp in Suriname stappen Tessa Leuwsha en haar man Sirano in een gewaagd avontuur. Zij is schrijver, hij kunstenaar. Hun doel is de eeuwenoude plantage te behoeden voor verval en bezoekers de geschiedenis van de beladen en ook mooie plek bij te brengen. Dan breekt het coronavirus uit en dreigen ze hun bezit te verliezen. Varend in een open bootje over sterk meanderende rivieren en dichtbegroeide kreken, ontmoeten ze in dorpen en op vrijwel verlaten plantages Inheemsen en nazaten van overlevenden van de slavernij en contractarbeid. De bewoners weten vindingrijk de economische malaise die het land teistert het hoofd te bieden. Behalve aan hen spiegelt het stel zich ook aan vergeten helden, vanuit hetzelfde grillige landschap streden zij moedig tegen elke vorm van overheersing. Op zoek naar de kern van de overlevingsdrift van een volk en zijn helden voert de reis naar de ruïne van een synagoge en vandaar nog dieper het oerwoud in.