William Kamkwamba uit Malawi was net veertien toen hij door zijn ouders van school werd gehaald om op het land te gaan werken. In plaats van zich neer te leggen bij zijn lot, leende hij boeken uit de bibliotheek, waaronder
een over windenergie. Hij werd door het boek gegrepen en algauw besloot hij zijn eigen windturbine te bouwen. Iedereen lachte hem uit, maar langzaam maar zeker gaf hij zijn droom gestalte, met metaalresten, hout, een
gebroken schokdemper en een kapotte fiets. De windmolen van twaalf meter hoog gaf zijn familie en zijn dorp niet alleen energie, maar ook hoop op een betere toekomst.
Toen het verhaal over Williams uitvinding bekend raakte, schoten mensen van over de hele wereld hem te hulp. Algauw kon hij weer naar school en ging hij naar Amerika om windparken te bezoeken. Dit is zijn verhaal: het
verhaal van hoe hij andere Afrikanen leerde zichzelf te helpen, met één windmolen, één gloeilamp tegelijk
een over windenergie. Hij werd door het boek gegrepen en algauw besloot hij zijn eigen windturbine te bouwen. Iedereen lachte hem uit, maar langzaam maar zeker gaf hij zijn droom gestalte, met metaalresten, hout, een
gebroken schokdemper en een kapotte fiets. De windmolen van twaalf meter hoog gaf zijn familie en zijn dorp niet alleen energie, maar ook hoop op een betere toekomst.
Toen het verhaal over Williams uitvinding bekend raakte, schoten mensen van over de hele wereld hem te hulp. Algauw kon hij weer naar school en ging hij naar Amerika om windparken te bezoeken. Dit is zijn verhaal: het
verhaal van hoe hij andere Afrikanen leerde zichzelf te helpen, met één windmolen, één gloeilamp tegelijk