Het legertje conquistadores van de Spanjaard Francisco Pizarro heeft Cuzco, de hoofdstad van het Incarijk, veroverd. In het uitgestrekte rijk blijft het schijnbaar rustig. Maar de dreiging van een tegenaanval van de Inca's op Cuzco knaagt voortdurend aan de positie van de Spanjaarden. Hoewel ze de vorst van de Inca's gevangen houden, is deze toch in staat om via de nog bestaande boodschappersdienst contact te houden met zijn leger. De jonge Spanjaard Diego del Banca is getrouwd met het Incameisje Manta. Zijn kijk op de veroveringstocht is mede hierdoor duidelijk veranderd. Hij merkt dan ook dat hij tussen zijn eigen Spaanse wereld en die van de Inca's is komen te staan. Door de onverdraagzame houding van zijn landgenoten wordt Diego op een bepaald moment gedwongen te kiezen voor de Inca's. Hij probeert hen daarna te helpen en ze iets van de Spaanse manier van vechten bij te brengen. Hierdoor kunnen de Inca's de Spanjaarden een aantal gevoelige klappen toebrengen. De hoop groeit dat zij zich op de lange duur van de vijand kunnen ontdoen. Dan breekt op een dag de langverwachte opstand uit...