Soms, als ik voor het raam stond en Waldemar Buck steeds kleiner zag worden tot hij om de hoek van de straat was verdwenen, dacht ik dat hij de eenzaamste mens van de wereld was. En dan besloot ik met hem te trouwen als ik groot zou zijn. Maar zo gauw ik dat dacht, schrok ik: ik wist dat de kat me gek zou verklaren en nooit meer met me zou willen praten. Eenzaamheid is minstens zo groot als eeuwigheid, en wie behalve de kat wist of je dat met Waldemar Buck kon uithouden? Zijn uniform maakt hem eenzaam, zei de kat op een morgen. Mensen in uniformen zijn altijd eenzaam. Mijn moeder denkt anders dat het door zijn platvoeten komt, zei ik. En wat denk jij? vroeg de kat.