In 1907 vertrekt een jonge luitenant-ter-zee met een klein marineschip vanaf de Molukken naar de zuidkust van Nederlands Nieuw-Guinea. Het doel van de expeditie is om de recent verworven kolonie te verkennen en goede betrekkingen met de Papoea's aan te knopen.
In plaats van een vreedzame en vruchtbare kolonie ontdekken ze een onafzienbaar, donker en moerassig oerwoud bewoond door koppensnellers en kannibalen. In een gewelddadige confrontatie is de luitenant gedwongen de bergen in te vluchten met als enige gezelschap de tolk Rufus, die een eigenzinnige boef blijkt te zijn. Na een barre tocht bereiken ze een hoogvlakte waar een Papoea-stam woont die nog nooit contact met de buitenwereld heeft gehad.
De witte reiger is een spannende avonturenroman en een indringend portret van twee mannen die niet alleen fysiek tot het uiterste op de proef worden gesteld, maar ook moeten overleven in een wereld waar hun achtergrond, cultuur en ervaring geen enkel houvast bieden.
De pers over eerder werk:
'Van der Kolk is een kameleontische schrijver die er moeiteloos in slaagt om zijn verhalen de eigen toon en kleur te geven van de omgeving waarin zij spelen.' Vrij Nederland
'Van der Kolk weet zijn roman in zulke soepele zinnen te gieten en de schrale feiten met zoveel droge humor te brengen, dat je moeiteloos geboeid blijft tot het einde.****' NRC Handelsblad
'Een adembenemende roman vol drama én humor in het Wilde Oosten van Afrika.' de Volkskrant
Geert van der Kolk woont en werkt al vijfendertig jaar in Amerika. Hij publiceerde zestien romans en verhalenbundels. Ter voorbereiding van De witte reiger reisde Geert van der Kolk naar Papoea en volgde het spoor van een van de eerste Nederlandse expedities.