Dit boek is eveneens verschenen onder de titel: 'Gevangene van de woestijn' uitgegeven onder het pseudoniem 'Henry Pahlen'.
Middenin de gloeiend hete Sahara bij een temperatuur van 60 graden in de zon, leggen mannen pijpleidingen aan voor een grote Europese oliemaatschappij. Het zijn stuk voor stuk keiharde, eenzame mannen. In de genadeloze woestijn, waar vrouwen een luxe zijn, trekken zij van het ene kamp naar het andere. Nooit vragen zij naar elkaar verleden. Plotseling slaat een vreemde, slopende virusziekte toe, waar geen enkel medicijn tegen opgewassen is. De mannen sterven als vliegen. De Duitse arts Ralf Bender krijgt opdracht de gevreesde epidemie te bestrijden. Omringd door wantrouwen en haat moet hij in deze rauwe mannenwereld zien te overleven. De enige die in hem geloofd is de Franse verpleegster Catherine. Alle mannen hebben een heilig ontzag voor haar, vooral omdat zij een altijd geladen pistool op haar smalle heup draagt. Ralf en Catherine kunnen het heel goed vinden samen. Tot Ralf in de Bou Akbir-oase de wonderlijk mooie, oosterse Saada ontmoet; enige dochter van een invloedrijk sjeik. Saada’s droom over de komst van een knappe, mysterieuze vreemdeling is uitgekomen. ‘s Nacht, terwijl het hese geblaf van de jakhalzen haar rust verstoort, komen nooit vermoede hartstochten bij haar boven. En Ralf is weerloos tegenover zoveel vuur en gloed. Maar de panterachtig sterke Catherine laat zich haar nieuwe vriend niet zomaar afpa kken door een jongere rivale. Zinderend als het onweerstaanbare ritme van de Afrikaanse natuur, neemt een romantisch liefdesdrama een aanvang.