Het is 1986 en in Tsjernobyl is een kernreactor ontploft. Syvert keert terug van militaire dienst en gaat bij zijn zieke moeder in Noorwegen wonen. Na een droom over zijn overleden vader onderzoekt hij zijn verleden en ontdekt hij brieven die naar de Sovjet-Unie wijzen. In hedendaags Rusland worstelt Alevtina, ooit een ambitieuze bioloog, met haar identiteit.
De wolven van de eeuwigheid verbindt op meesterlijke wijze de levens van Syvert en Alevtina en belicht het diepgaande, tijdloze karakter van menselijke relaties.