En toen kon Lena eindelijk loslaten en uit de hemel komen vallen, als een overrijpe appel. Met een zachte plof landde ze. Onmiddellijk braken er twee grote takken van de heg af. Opgelucht zakte ik op het grasveld neer terwijl ik toekeek hoe een razende Lena in de kapotte heg aan het worstelen was met takken en hoeslaken. 'Dat was verdorie jouw schuld, Olle!' zei ze toen ze was opgestaan, zonder één enkel schrammetje. Já hoor, mijn schuld, dacht ik, maar ik zei niets. Ik was blij dat ze nog leefde. Zoals gewoonlijk. Olle is ervan overtuigd dat zijn avontuurlijke buurmeisje Lena zijn beste vriendin is. Maar of hij voor háár ook haar beste vriend is?