In De woorden van Grimm verweeft Grass zijn eigen levensverhaal met dat van de gebroeders Grimm. Nadat Jacob en Wilhelm Grimm met hun sprookjes vanaf 1825 de harten van jong en oud hadden veroverd, bogen zij zich over de Duitse taal. Het opstellen van een uitgebreid woordenboek werd hun grootste intellectuele uitdaging. Dit werk, waaraan ze in 1838 begonnen en waarvan het eerste deel in 1852 verscheen, hebben de broers echter niet kunnen afmaken. Günter Grass grijpt dit onvoltooide meesterwerk aan om parallellen te trekken tussen zijn leven en dat van de Grimm-broers en op speels-virtuoze wijze de geschiedenis van Duitsland te verweven met hun gedeelde fascinatie voor de letterkunde.De woorden van Grimm is een literair meesterwerk waarin oprechte liefde voor taal de rode draad vormt, en het laatste autobiografische boek van de inmiddels hoogbejaarde Nobelprijswinnaar.