Rembrandt en Clara ontmoeten elkaar in de trein. Hoewel Rembrandts doofheid hen eerst dichter bij elkaar brengt, zorgt het algauw voor onrust, eenzaamheid en een heleboel vragen waar Clara maar met mondjesmaat antwoord op krijgt. Voorzichtig, met vallen en opstaan, proberen ze hun liefde een plek te geven in een wereld die voor geen van beiden ooit nog hetzelfde zal zijn. Clara beseft dat ze niet de meest eenvoudige keuze heeft gemaakt door van Rembrandt te houden. Maar ze geeft niet op: met veel moeite sleurt ze hem uit het beklemmende isolement dat al jaren zijn leven beheerst. En dan ziet ze in dat dit niet het einde is, maar het begin. Het begin van een leven samen.