In De zachte Atlas van Amsterdam richt Rothuizen zich op de stad waar hij alle andere steden mee vergelijkt, maar die door haar nabijheid ook het lastigst is om werkelijk te zien. Hij wandelt door de verschillende buurten maar ook samen met Job Cohen naar zijn werk. Hij is te gast in een Turks jongensinternaat in Geuzenveld en verblijft een dag in een Albert Heijn-filiaal. Ten slotte laat hij ook plekken zien die voor het publiek gesloten blijven zoals de kluis van De Nederlandsche Bank en een cel in de Bijlmerbajes.
De zachte Atlas van Amsterdam is een boek voor nieuwsgierigen waarin de lezer de stad opnieuw ontdekt.