In het eerste deel van zijn Hermansbiografie schetste Willem Otterspeer het beeld van een schrijver die zijn ambities telkens zo hoog opschroefde dat hij wel moest falen. Deze georkestreerde mislukkingen bleken een inspirerend effect te hebben op zijn creativiteit en schrijverschap. Maar in het tweede deel van deze biografie laat Otterspeer zien hoe de rancune zich ook een weg vreet in het persoonlijke leven van Willem Frederik Hermans. De ene na de andere vriend wordt de deur gewezen, zijn wetenschappelijke carrière lijdt schipbreuk, en ook zijn persoonlijke leven brandt op in toenemende eenzaamheid. Zijn emigratie naar Frankrijk, zijn verblijf in zijn geliefde Parijs, verergert die eenzaamheid alleen maar. Angst en achterdocht, wrok en wraak vormen de definitieve determinanten van zijn bestaan. In De zanger van de wrok komt de levensbeschrijving van een van de belangrijkste figuren uit de naoorlogse Nederlandse literatuur tot een even grootse als ontluisterende conclusie.