De vader van Luuk en Kaat is mosselvisser. Bij weer en wind spelen Luuk en Kaat in de haven. Drijfnat op de dijk zijn ze het gelukkigst – de zee is elke dag anders. Op een dag hangt Luuk zijn theefles aan een touwtje aan de steiger om af te koelen in het koude zeewater. Er steekt een storm op en Luuk en Kaat vergeten hun fles in de zee. Totdat ze maanden later zien dat ze per ongeluk iets heel bijzonders hebben ontdekt… Wouter Klootwijk in optima forma: juist in het kleine schuilt het bijzondere.