Op de late middag van maandag 6 mei 2002, nog geen twee weken voor de landelijke verkiezingen, wordt aanstormend politicus Pim Fortuyn dodelijk getroffen door vijf kogels. In de chaos weet zijn vermoedelijke moordenaar aanvankelijk te ontkomen, maar nog geen tien minuten later wordt hij alsnog gearresteerd. Zijn naam is Volkert van der Graaf en hij zwijgt maandenlang in de Amsterdamse Bijlmerbajes.
Vier maanden voor de dood van Fortuyn werd een jonge vrouw vrijgelaten uit de Bijlmerbajes. Anke Luyten heeft drie jaar celstraf uitgezeten voor haar betrokkenheid bij de moord op een nertsenfokker in Zeeuws-Vlaanderen. Ze heeft spijt betuigd en walgt van haar verleden.
Een maand later wordt ze echter gebeld door een oudere man, die haar vraagt contact op te nemen met de vroegere aktievoerders. Onder hen Volkert, die verdacht zou worden van een andere moord, op een mileu-inspecteur.
Niet veel later herkent de persfotograaf Jom de Booy tijdens de reportage over het 'fenomeen' Pim Foruyn tot zijn verbazing de jonge vrouw, die met enkele aktievoerders de politicus met taarten besmeurt. Beiden zijn ooggetuigen van de moord op Fortuyn, die zesde mei 2002. Beiden kennen het antwoord op de vragen naar het hoe en waarom. Beiden zullen noodgedwongen moeten zwijgen.
Tomas Ross gaat met dit boek in op de raadsels die de dood van Fortuyn omgeven en vertelt buitengewoon spannend en overtuigend over de achtergronden, de details en motivatie van de personen die erbij waren betrokken.