Het antwoord geeft 't Hart in deze bundel, waarin hij zich rot bewondert, waarin hij aan evangelisatiewerk doet voor de door hem bewonderden, maar waarin hij zich tegelijkertijd afvraagt wat een bewonderaar eigenlijk voor iemand is en aan welke neurotische gevaren hij is blootgesteld.
Wat deze bundel hartochtelijk laat zien, is dat bewondering zich niets aantrekt van het onderscheid tussen het triviale, banale en de hoogwaardige cultuur. 't Hart schrijft voor iedereen die het snobisme in zichzelf wil bestrijden.