In 'De zieners' volgen we de eerste Londense jaren van de dakloze Eritrese vluchtelinge Hannah, tegen de achtergrond van haar tijdelijke opvangadres in Kilburn en een parkje in Bloomsbury, waar ze al snel onder een boom komt te slapen. In dit nieuwe bestaan ontdekt ze dat ze niet enkel gedefinieerd wordt door haar land van herkomst of status als vluchteling, maar dat de diepe, uiterst intieme aspecten van haar leven en seksualiteit net zozeer vormen wie ze is. Toen Hannah aankwam in Londen, had ze niets anders dan het oude dagboek van haar jonggestorven moeder bij zich. Daarin staat een schokkend verhaal over haar ouders, waar ze zich nu tot zal moeten leren verhouden.
'De zieners' is een moedige, urgente roman, een tour de force die uit één enkele alinea staat, die de psychologische en seksuele levens van haar personages op weergaloze wijze ontrafelt. Een verhaal over heden en verleden, intergenerationele levensgeschiedenissen, koloniale trauma’s en het ware gezicht van het Britse vreemdelingenbeleid, en de impact ervan op jonge vluchtelingen.