en Romulus, bastaardzoon van een Romeinse edelman, zijn als Romeinse
krijgsgevangenen in Parthië, een uithoek van het Romeinse rijk terechtgekomen.
In deze barre omgeving vervliegt langzaam hun hoop op een
terugkeer naar Rome.
Fabiola, Romulus zuster, die ooit als slavin aan een bordeel is
verkocht, begint als minnares van Brutus, de onderbevelhebber van Julius
Caesar, aan een bliksemcarrière in de Romeinse politiek.
Terwijl Romulus aan het einde van de wereld voor zijn leven vecht
raakt Fabiola in Rome verwikkeld in een intrige die van beslissende invloed
zal zijn op de toekomst van het Romeinse rijk.