Het valt Nynke op dat haar man Berend de laatste tijd steeds snel vermoeid is. Zo kent ze hem niet en ze maakt zich zorgen. Niet zonder reden, want Berend wordt na een bezoek aan de huisarts meteen doorverwezen naar het ziekenhuis. En daar krijgt hij het slechte nieuws. Elkaar aankijken, alsof de wereld op het punt staat te vergaan en je elkaar nog even iets kunt zeggen, of juist niets weet te zeggen, omdat het te veel is, te erg, te verward, we te bang zijn. Ja, dat zeker: te bang. Geen woorden. Alsjeblieft geen woorden. Het is alleen maar goed om elkaar aan te kijken, alsof we elkaar voor de eerste keer zien. De zo met elkaar vertrouwde lichamen te laten spreken, elkaar aan te raken, vast te houden waar je maar kunt. In dit boek vertelt Nieske Poortstra (Nynke) over de achtbaan waarin hun leven vanaf dat moment terechtkomt. Ziekenhuis in, ziekenhuis uit. Soms op het randje van de dood, dan weer periodes van herstel en intens genieten. De verbondenheid is groter dan ooit. Gevoelens van angst, verdriet, verwarring, boosheid en blijdschap wisselen elkaar af. Uiteindelijk komt het onvermijdelijke. Met haar verhaal geeft ze een bijzonder, heel open, kijkje in haar gevoelswereld. Daarmee brengt ze haar verhaal heel dichtbij. Inspirerend is de kracht, moed en levenskunst waarmee het verhaal is geschreven.