Piet Gerbrandy: "Veenbaas, van huis uit filosoof, heeft met "Metropolis" een meeslepend stadsgedicht geschreven, dat swingt, wringt en zindert. [...] Veenbaas is een belangrijk dichter." Pier Boorsma: "Wie zo kan schrijven, mag zich werkelijk dichter noemen. Veenbaas heeft zich in vier jaar tijd ontwikkeld tot een van de belangrijkste dichters van zijn generatie."
Materialistisch visioen
uit holle dood rezen mijn hoofd, mijn
wangen van marmer, mijn spekstenen
slaap. vlammen lekten uit mijn ogen, en op
mijn koperen lip smolt het poolijs
van mijn po?zie.
rivieren
liepen sissend vol met koelwater
vergiftigden de steden. het hete lood
van de liefde stolde. in de fosforhemel
het slingeruurwerk van de vogels
daarboven (ja met splijtstaaftong
goot ik mijn beelden uit) daarboven bromde
de zon zijn glimmende reactor
toen zomaar
het mankement: bloed in m'n haar. de drijfstang
sloeg vast. een dichte stofwolk
stoof op, dat was zeker
mijn ziel
Materialistisch visioen
uit holle dood rezen mijn hoofd, mijn
wangen van marmer, mijn spekstenen
slaap. vlammen lekten uit mijn ogen, en op
mijn koperen lip smolt het poolijs
van mijn po?zie.
rivieren
liepen sissend vol met koelwater
vergiftigden de steden. het hete lood
van de liefde stolde. in de fosforhemel
het slingeruurwerk van de vogels
daarboven (ja met splijtstaaftong
goot ik mijn beelden uit) daarboven bromde
de zon zijn glimmende reactor
toen zomaar
het mankement: bloed in m'n haar. de drijfstang
sloeg vast. een dichte stofwolk
stoof op, dat was zeker
mijn ziel