Natasha gelooft in de wetenschap en feiten. Niet in het lot. Of in dromen die nooit uit zullen komen. Ze is zeker niet zo'n meisje dat haar grote liefde ontmoet in een platenzaak in New York. Niet op dezelfde dag dat ze met haar familie uitgezet zal worden naar Jamaica.
Daniel heeft altijd zijn best gedaan om aan de hoge verwachtingen van zijn ouders te voldoen. Hij zal chirurg worden en geen dichter, zoals hij eigenlijk wil. Maar als hij Natasha ontmoet, ziet hij ineens een andere toekomst voor zich, mét haar. En hij heeft nog twaalf uur de tijd Natasha daarvan te overtuigen.
Is het toeval of het lot dat Daniel en Natasha samenbrengt op deze allebepalende dag? Heeft het zin om in dromen te geloven als je weet dat die nooit uit kunnen komen?