De tekenkunst bleek tijdens de Eerste Wereldoorlog een geduchte concurrent van de fotografie. Tekeningen konden effectiever worden ingezet voor propaganda. Kenmerkend voor de Grote Oorlog was de ‘materiaalslag’, een strijd op afstand waarin de mitrailleur en de artillerie domineerden. De geïllustreerde pers creëerde echter het beeld van een heroïsche strijd waarin het zwaard en de bajonet als vanouds de boventoon voerden. De ware gruwelen werden verhuld. Na de grote offensieven van 1916 werkte deze strategie niet meer. De enorme verliezen en de verhalen van de frontsoldaten maakten de burgerbevolking achter de linies geleidelijk aan bewust van de ware aard en omvang van de oorlog.