In De zwarte heer Bazetub neemt Albert Vigoleis Thelen de lezer mee in een even avontuurlijke als vermakelijke odyssee. Vigoleis, de verteller uit Thelens bejubelde Het eiland van het tweede gezicht, krijgt de opdracht als tolk op te treden voor de Braziliaanse professor Da Silva Ponto, die een toespraak moet houden bij het Vredespaleis in het naoorlogse Den Haag.
De twee mannen dwalen door Amsterdam en Den Haag en tuimelen van de ene spraak- en plaatsverwarring in de andere. Ondertussen raakt de vredesconferentie van de professor steeds verder uit het zicht en bewandelt Vigoleis honderden zijpaden om zijn opdrachtgever gerust te stellen. Waar ze komen laten ze een spoor van verwarring na. Professor 'Bazetub' - een grote liefhebber van een warm bad in the bathtub, maar dit is een érg moeilijk woord voor hem - heeft zijn missie al lang uit het oog verloren. Vigoleis loodst hem door het verregende Amsterdam, zorgt dat hij anarchistische fietsers overleeft
en regelt voor de befaamde professor zelfs een extra trein naar Den Haag voor een zitting in het Vredespaleis. En wat doet hij zijn best om zijn rol als privésecretaris tot het verrassende slot dapper te blijven spelen!
De heer Bazetub, de retorisch bevlogen rechtsgeleerde en minister Manuel Francisco Pinto Pereira (1889-1956), dwaalde daadwerkelijk met tolk Albert Vigoleis Thelen door de randstad. Dankzij privésecretaris Vigoleis tuimelen wij met deze Don Quichote en Sancho Panza van de twintigste eeuw door het naoorlogse Nederland. Een vertelkunstig meesterstuk over identiteit, waarheid en verwarring dat na bijna zestig jaar verbazend actueel is.