De dertienjarige Zaiwulo wordt in 1871 vanuit het oerwoud van Liberia naar het hof van de wijze, vredelievende Talahat Haidara in Guinee gebracht. In de omvangrijke bibliotheek leert hij lezen, van de vrouwen leert hij liefhebben en om zich te handhaven leert hij vechten. Tegelijkertijd wil de nietsontziende strijder Samori Ture verschillende Afrikaanse volken verenigen in hun strijd tegen de koloniale heersers die Afrika onder elkaar hebben verdeeld en het continent leegroven. De levens van Zaiwulo en Samori, de Zwarte Napoleon, kruisen elkaar. De jongen wordt een belangrijke pion in een heldhaftige vrijheidsstrijd.