Een groep zwemmers wordt opgeschrikt door een barst in de bodem van hun lokale zwembad. Deze zwemmers zijn onbekenden voor elkaar; ze delen alleen een zwembaan (de snelle, langzame of gemiddelde) en de troost die ze ieder uit hun ochtend- of middagbaantjes halen.
Een van deze zwemmers is Alice, die langzaam haar geheugen verliest. Voor Alice was het zwembad een laatste redmiddel tegen de duisternis van haar steeds erger wordende dementie. Zonder het gezelschap van haar medezwemmers en de regelmaat van haar dagelijkse baantjes, wordt ze ondergedompeld in verwarring en chaos, en meegesleurd in herinneringen uit haar kindertijd en het Japans-Amerikaanse interneringskamp waarin zij de oorlog doorbracht. Alice' vervreemde dochter, die te laat in het leven van haar moeder terugkeert, is getuige van haar verwoestende aftakeling.
De zwemmers is een schrijnend, intiem verhaal over moeders en dochters, en het verdriet van een rauw verlies. Een tour de force van een dwingende, betoverende en ontroerende stem.